Nieuwbouw in Oostenrijk: woningtekort blijft ondanks subsidies groeien!
De nieuwbouw- en woningsubsidies in Oostenrijk stagneren, ondanks stijgingen in 2024. Actuele uitdagingen en ontwikkelingen in de woningbouw.

Nieuwbouw in Oostenrijk: woningtekort blijft ondanks subsidies groeien!
In Wenen laat de woningbouw gemengde cijfers zien. De subsidies voor nieuwbouw kenden in 2024 een opleving, wat een lichtpuntje scheen in de toch al gespannen woningsituatie. Volgens Trend waren er in totaal ongeveer 19.200 financieringstoezeggingen, wat overeenkomt met een aangename stijging van 13 procent vergeleken met het voorgaande jaar. Ook de uitgaven aan woonsubsidies stegen met 14 procent naar 2,51 miljard euro, waarmee ze terugkeerden naar het niveau van begin 2010.
Bijzonder opmerkelijk zijn de grootschalige nieuwbouwsubsidies, die met 27 procent zijn gestegen. Verenigingsvoorzitter Robert Schmid is optimistisch en benadrukt dat deze opwaartse trend kan bijdragen aan het wegwerken van het woningtekort. Maar hij waarschuwt ook: om de bouwproductie te stabiliseren en betaalbare woonruimte te creëren, moeten innovatieve benaderingen worden gevolgd en moeten de bouwkosten onder controle worden gehouden.
Renovatiestatistieken en leningrentetarieven
Op het gebied van de renovatiefinanciering is de situatie totaal anders. De statistieken laten hier een versoepeling zien, maar dit kan niet als positief worden beschouwd. De uitgaven aan renovaties daalden met 6 procent naar slechts 650 miljoen euro en in totaal vloeide er 2,15 miljard euro naar renovatieprojecten, inclusief overheidsfinanciering. De daling op dit gebied roept vragen op, vooral gezien de hoge leningrente en de gestegen bouwprijzen als gevolg van de KIM-regelgeving, die de bouwvergunningen ernstig onder druk zetten.
Met 51.500 bouwvergunningen in 2024 ligt dit aantal ongeveer een derde onder het tienjarig gemiddelde. Het woningbouwpercentage – het aantal woningbouwvergunningen per 1.000 inwoners – bedroeg landelijk 3,5, waarbij Wenen met 4,5 een leidende positie innam. Dit maakt duidelijk dat de hoofdstad veel goed doet op het gebied van huisvestingsbeleid, terwijl zowel Karinthië (2,7) als Salzburg en Stiermarken (elk 2,9) achterblijven, omdat OTS rapporteert.
Vooruitzicht op de toekomst
De koers voor de komende jaren komt daardoor in gevaar. Schmid waarschuwt dat er een technologie-open benadering moet worden gevolgd om de CO2-uitstoot over de gehele levenscyclus van de woonruimte te beoordelen. Als de politiek verschuift naar duurzamere bouwmaterialen, kunnen de emissies worden verminderd, maar de daarmee gepaard gaande kosten voor de bouwsector moeten met voorzichtigheid worden bekeken. Dit evenwicht zou van cruciaal belang kunnen zijn om marktbeperkingen te vermijden en de huizencrisis duurzaam te bestrijden.
Gezien deze belangrijke gegevens is het duidelijk dat Wenen en de rest van Oostenrijk voor enorme uitdagingen staan. Maar met een goede hand in de politiek en de bouwsector zou het mogelijk kunnen zijn om de koers in de goede richting te zetten. Het blijft dus spannend hoe de woningmarkt zich het komende jaar zal ontwikkelen.