Wenen beslist: Complexe MER-vereiste voor nieuwe kabelbaan op Kahlenberg!

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

Heiligenstadt: Actuele informatie over de MER-verplichtingen van de geplande kabelbaan over het Donau-eiland. Uitspraken van het Hof verduidelijken de rechtszekerheid.

Heiligenstadt: Aktuelles zu UVP-Pflichten der geplanten Seilbahn über die Donauinsel. Gerichtsurteile klären Rechtssicherheit.
Heiligenstadt: Actuele informatie over de MER-verplichtingen van de geplande kabelbaan over het Donau-eiland. Uitspraken van het Hof verduidelijken de rechtszekerheid.

Wenen beslist: Complexe MER-vereiste voor nieuwe kabelbaan op Kahlenberg!

In Wenen bestaat momenteel veel belangstelling voor de geplande stadskabelbaan van Heiligenstadt over het Donau-eiland naar Kahlenberg. Deze week heeft de bestuursrechter (VwGH) een belangrijke uitspraak gedaan die nu duidelijkheid schept. Luidruchtig De pers De VwGH bevestigde dat een individuele gevalsbeoordeling volgens de Wet milieueffectrapportage (UVP) noodzakelijk is om de milieuverenigbaarheid van het project te verduidelijken.

De deelstaatregering van Wenen had oorspronkelijk bepaald dat er geen MER nodig was omdat het benodigde gebied voor de kabelbaan als klein werd beschouwd. Deze bevinding werd echter in oktober 2024 door de Federale Administratieve Rechtbank (BVwG) vernietigd en het debat over de MEB-plicht werd opnieuw aangewakkerd. De VwGH heeft inmiddels duidelijk gemaakt dat kabelbanen buiten skigebieden ook onder de MEB-richtlijn vallen, wat de juridische situatie op dit gebied complexer maakt. Het besluit biedt verlichting voor zowel projecttegenstanders als exploitanten, aangezien er nu juridische duidelijkheid bestaat.

Complexiteit van MEB-procedures

De MER-wet bepaalt dat projecten met aanzienlijke milieueffecten aan een beoordeling moeten worden onderworpen voordat ze kunnen worden goedgekeurd. Dit omvat niet alleen grote infrastructuurprojecten, maar ook vele andere projecten, zoals afvalverwerkingsinstallaties of winkelcentra. In veel gevallen zijn de besluitvormingstermijnen kort – slechts zes weken voor de beslissing en maximaal acht weken voor de beroepsbeslissing van de BVwG – maar in de praktijk slepen de procedures vaak jaren aan, zoals voorbeelden uit het verleden laten zien. Een aanvraag voor een MER-beschikking voor een uitbreiding van het skigebied duurde ruim een ​​jaar.

Tegen deze achtergrond wordt de noodzaak van een beoordeling per geval in het geval van de Weense kabelbaan duidelijk. Het Weense Milieuparket en diverse milieuorganisaties hadden eerder een klacht ingediend bij de BVwG, wat er uiteindelijk toe leidde dat het oorspronkelijke besluit werd vernietigd. De BVwG benadrukte dat kabelbanen ook buiten de skigebieden relevant zijn voor het milieurecht, vooral als ze gebouwd gaan worden in een gebied dat bescherming verdient.

Verdere stappen in het goedkeuringsproces

Nu zal de MER-autoriteit de kwestie van de MER-plicht voor de stadskabelbaan in detail moeten onderzoeken. De juridische situatie is voor veel projectaanvragers een uitdaging, omdat zij zich vaak moeten onderdompelen in een dichte jungle van regelgeving en eisen. In deze context uitte advocaat Georg Eisenberger duidelijke kritiek op de onleesbaarheid van de UVP-wet, die veel investeerders zou kunnen afschrikken van projecten in Oostenrijk. De complexiteit van de regelgeving schrikt bedrijven af ​​en kan ertoe leiden dat zij hun plannen elders gaan uitvoeren.

Samenvattend kan worden gesteld dat het besluit van de VwGH niet alleen van belang is voor het kabelbaanproject zelf, maar ook verstrekkende gevolgen kan hebben voor toekomstige infrastructuurprojecten in Wenen. In tijden waarin duurzame ontwikkeling en milieubewustzijn steeds belangrijker worden, valt nog te bezien hoe de situatie zich verder zal ontwikkelen.

Quellen: