Nieuw wetsontwerp: banden voor meisjes of vrijheid van godsdienst?

Nieuw wetsontwerp: banden voor meisjes of vrijheid van godsdienst?

Op 3 november 2025 plant de Oostenrijkse minister van Onderwijs Martin Wiederkehr een nieuw wetsontwerp dat het dragen van hoofddoeken voor meisjes tot en met groep 8 verbiedt. Dit voorstel, dat deel uitmaakt van een politiek pact tussen de partijen ÖVP, SPÖ en NEOS, stuit echter op aanzienlijke weerstand. Wiederkehr benadrukt dat het belangrijk is om een ​​evenwicht te vinden tussen godsdienstvrijheid en kinderrechten, en geeft toe dat veranderingen in het raamwerk noodzakelijk zijn geweest sinds de laatste discussie over deze kwestie.

Wiederkehr verwierp ook het voorstel van de ÖVP om de regeling in de grondwet op te nemen, omdat het de noodzakelijke goedkeuring van de SPÖ ontbeerde. De minister benadrukt de noodzaak van een gecentraliseerd onderwijsbestuur om de problemen aan te pakken die worden veroorzaakt door het regionale onderwijsfederalisme, dat volgens velen tot ongelijkheid leidt.

Het verzet tegen het wetsontwerp

Het debat over de nieuwe wet wordt bemoeilijkt door de context: in 2019 introduceerde een coalitie van conservatieven en liberalen de eerste wet die hoofddoekjes verbiedt, die in 2020 door het Constitutionele Hof werd vernietigd. Klaudija Plakolm, de minister van Integratie, is optimistisch dat het nieuwe wetsontwerp de test van het Constitutionele Hof zal doorstaan. Ze omschrijft de hoofddoek als een symbool van onderdrukking, vooral in landen met een radicale islam.

Het wetsontwerp wordt gepresenteerd als een veelomvattend pakket sociale maatregelen, waarvan het hoofddoekverbod slechts een onderdeel is. Er wordt verwacht dat ongeveer 12.000 meisjes uit moslimfamilies hierdoor getroffen kunnen worden. Er worden boetes tot 1.000 euro voorzien voor overtredingen van de verordening. De maatregelen omvatten ook trainingen om meisjes mondiger te maken en steun voor ouders en jongere mannen uit moslimgezinnen.

Reacties en juridische zorgen

Ondanks de politieke steun zijn er ook kritische stemmen. De Legal Equality Commission (GAW) beschouwt het wetsontwerp als ongrondwettelijk en een potentiële voedingsbodem voor discriminatie. Ook de islamitische religieuze gemeenschap in Oostenrijk bekritiseert het project omdat het wordt gezien als een inbreuk op de godsdienstvrijheid. De oppositie, geleid door de FPÖ en de Groenen, lijkt verdeeld in haar steun, waarbij sommige parlementsleden de minister beschuldigen van een gebrek aan steun voor leraren en echte oplossingen.

Over het algemeen gaat de discussie over het hoofddoekverbod en de bijbehorende wetten in Oostenrijk nog steeds gepaard met emotionele argumenten en juridische zorgen. Het lijkt erop dat het Grondwettelijk Hof binnenkort het nieuwe wetsontwerp zal moeten behandelen om over de grondwettigheid ervan te kunnen beslissen.

Samenvattend wordt het onderwijslandschap in Oostenrijk momenteel geconfronteerd met uitdagingen die niet alleen van invloed zijn op de rechten van kinderen, maar ook op sociale waarden en religieuze vrijheid.

Voor meer informatie over de onderwijshervormingen in Oostenrijk kunt u het Ministerie van Onderwijs bezoeken op hun website: bmb.gv.at.

Meer informatie over het politieke debat over het hoofddoekverbod kunt u vinden op rts.rs.

Voor details over de invoering van de wet, zie het artikel kroativ.at.