Herdenking van Srebrenica: onderdrukte herinneringen en groeiende spanningen
Op 11 juli 2025 wordt het bloedbad in Srebrenica van 1995 herdacht. Het artikel werpt licht op de huidige omgang met genocideherinneringen in Bosnië.

Herdenking van Srebrenica: onderdrukte herinneringen en groeiende spanningen
Op 11 juli 2025 zal de wereld een van de donkerste hoofdstukken uit de Europese geschiedenis herdenken: het bloedbad in Srebrenica, waarbij Bosnisch-Servische soldaten en ongeregelde militairen in juli 1995 8.372 Bosniërs vermoordden. Internationaal wordt deze misdaad erkend als genocide, ondanks pogingen van veel Serviërs om de daden te ontkennen of te relativeren. Het is een kwestie die tot op de dag van vandaag spanningen en conflicten blijft veroorzaken, niet alleen in Bosnië en Herzegovina, maar ook ver daarbuiten.
Een van de overlevenden, Nedzad Avdic, herinnert zich de nachtmerrieachtige nachten van het bloedbad. Hij was pas 17 jaar oud toen hij ernstig gewond raakte tijdens zijn executie op 14 en 15 juli 1995, maar hij speelde dood en wist te ontsnappen. “De genocide is niet voorbij zolang er niet wordt afgerekend met het verleden”, benadrukt Avdic, die inmiddels weer in Srebrenica woont. De bevolking daar is half Bosnisch en half Servisch, wat het samenleven lastig maakt, zo meldt Almasa Salihovic ook bij het Potocari Memorial.
Veiligheidsproblemen en politieke spanningen
De herinneringen aan de wreedheden worden echter steeds meer overschaduwd door politieke spanningen en zorgen over de veiligheid. Onlangs moest het Srebrenica Memorial Centre, voor het eerst sinds de bouw, zijn deuren sluiten uit angst voor rellen. Dit besluit werd op 7 maart 2025 gepubliceerd en houdt rechtstreeks verband met de veroordeling van Milorad Dodik, president van de Republika Srpska, tot een jaar gevangenisstraf en een verbod van zes jaar op de politiek, wat voor opwinding in de regio zorgde.
Dodik staat centraal in de controverse en vergelijkt het aantal mensen dat tijdens de genocide is omgekomen met de 3.600 Serviërs die sinds het begin van de oorlog in de regio zijn omgekomen. Vicepresident Camil Durakovic heeft deze vergelijking scherp bekritiseerd en benadrukt dat dergelijke retoriek de herinnering aan de slachtoffers van de genocide ondermijnt.
Terwijl in Banja Luka, de hoofdstad van de Republika Srpska, de genocide vrijwel niet wordt besproken en studenten melden dat ze in de klas nauwelijks iets leren over de oorlog in Bosnië, wordt journalist Aleksandar Trifunovic geconfronteerd met gevaarlijke bedreigingen omdat hij interviews afneemt met Bosnische overlevenden. Zijn berichtgeving is een moedige poging om de geschiedenis niet te laten vergeten.
De weg naar verzoening
De beoordeling van de wreedheden door Dodik en andere leiders van de Republika Srpska blijft problematisch. Terwijl de wetten die de rechterlijke macht verbieden om in het door Serviërs gedomineerde deel van Bosnië-Herzegovina te opereren de nodige vragen oproepen, zijn er talloze internationale stemmen, waaronder de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio, die oproepen tot een einde aan deze gevaarlijke politieke retoriek.
Het regeringssysteem in Bosnië-Herzegovina is ingewikkeld en wordt gekenmerkt door etnische verdeeldheid die nog steeds een impact heeft. Het is duidelijk dat een eerlijke confrontatie met het verleden, zoals Avdic en Salihovic eisen, essentieel is om een gemeenschappelijk pad naar verzoening te vinden. De politieke spanningen die het heden vormgeven herinneren er voortdurend aan dat de lessen van de geschiedenis niet genegeerd kunnen worden.