Theater in transitie: Castorf, Jelinek en de zoektocht naar originaliteit!

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

Lees meer over de huidige uitdagingen en successen in het Duitstalige theater, inclusief nieuwe producties en de invloed van belangrijke regisseurs.

Erfahren Sie mehr über die aktuellen Herausforderungen und Erfolge im deutschsprachigen Theater, einschließlich neuer Inszenierungen und den Einfluss bedeutender Regisseure.
Lees meer over de huidige uitdagingen en successen in het Duitstalige theater, inclusief nieuwe producties en de invloed van belangrijke regisseurs.

Theater in transitie: Castorf, Jelinek en de zoektocht naar originaliteit!

Er gebeurt veel in ons theaterleven, en niet alleen in Wenen. De uitvoering van “Wozzeck” werd onlangs na 14 jaar onder leiding van Christian Thielemann hervat in Berlijn. Een grote staatsgreep die emoties aanwakkert. Tegelijkertijd viert Aix-en-Provence successen met “Salome” en “Butterfly”. Wat is het volgende? De productie van “Turandot” wordt verwacht in Frankfurt, en er staan ​​ook spannende projecten op de rol in Hamburg. De vraag blijft echter in welke richting het Duitstalige theater zich zal ontwikkelen.

De laatste tijd klinken steeds luider stemmen die kritisch staan ​​tegenover het huidige theaterlandschap. Het Duitstalige theater wordt geconfronteerd met veel zwakke navolgers van de postdramatische grondleggersgeneratie. Het zijn figuren als Frank Castorf, Elfriede Jelinek en Christoph Schlingensief die onvermijdelijk ter discussie komen. Castorf, geboren in 1951 in Oost-Berlijn, wordt beschouwd als een meester in zijn vak die zijn theater bewust weet vorm te geven. Hij werkte van 1992 tot 2015 als artistiek directeur van de Volksbühne op Rosa-Luxemburg-Platz en is nauw verbonden met de postdramatische theaterbeweging.

De strijd om originaliteit

Jonge regisseurs hebben het tegenwoordig niet gemakkelijk. Het gevecht om aandacht is nog steeds aan de orde van de dag om afspraken veilig te stellen. Theatermanagers en de speelfilmsectie eisen onvoorwaardelijke originaliteit. Dat klinkt misschien spannend, maar het is niet altijd eenvoudig te implementeren. Een terugblik op het ‘gigantische tijdperk’ op de Berlijnse Schaubühne, waarin regisseurs als Peter Stein, Klaus Michael Grüber en Luc Bondy het publiek in vervoering brachten, laat zien dat er ooit veel meer ensemblewerk en house-specifieke signatuur werden gevierd.

Interessant genoeg is er minder vraag naar grote acteurs, bekend als transformatoren, dan een paar decennia geleden. Bovendien wordt de spreekcultuur als catastrofaal ervaren. Als voorbeeld van akoestische onbegrijpelijkheid en storende geluiden werd een nachtelijke ‘plaats delict’ genoemd – een probleem dat niet alleen de misdaadseries treft, maar ook veel theaterproducties.

Postdramatisch theater en zijn uitdagingen

Postdramatisch theater, dat zich sinds de jaren tachtig heeft gevestigd als een performance-gerelateerde vorm, wijkt duidelijk af van het traditionele gesproken theater. De term werd in 1999 bedacht door Hans-Thies Lehmann en laat zien hoe sociale kwesties en postmoderne filosofische discoursen in de producties worden geïntegreerd. Wat vooral interessant is, is de nieuwe trend richting documentaire-esthetiek en de integratie van verschillende discoursen, van het dagelijks leven tot speciale onderwerpen.

De afgelopen jaren is er sprake van een terugkeer naar realistische esthetiek in het hedendaagse drama, omschreven als ‘postpostdramatisch theater’. Dergelijke ontwikkelingen laten zien dat de omslag naar realisme niet moet worden opgevat als een stap terug, maar eerder als een nieuwe vorm van theater.

De uitdagingen voor theatermakers zijn talrijk: ze moeten zichzelf voortdurend opnieuw uitvinden om relevant te blijven in de hedendaagse hedendaagse context. Maar hoe manifesteert dit streven naar relevantie zich in de praktijk? Dat valt nog te bezien, maar één ding is zeker: het theater blijft ook de komende jaren een spannend speelveld.