Kloof in autobezit: Weners hebben aanzienlijk minder auto's dan plattelandsbewoners!
Wenen-Margareten heeft de laagste autodichtheid in Wenen. Een VCÖ-analyse brengt regionale verschillen in autobezit aan het licht.

Kloof in autobezit: Weners hebben aanzienlijk minder auto's dan plattelandsbewoners!
Zijn de straten in Wenen werkelijk zo anders dan die op het platteland? Een actuele analyse van de Oostenrijkse Transportclub (VCÖ) leidt tot discussies over de groeiende verschillen in autobezit tussen steden en plattelandsgebieden. Dit onderzoek laat indrukwekkende cijfers zien en opvallende verschillen die velen zouden kunnen verbazen.
In Wenen zijn er vijf districten met minder dan 300 auto's per 1.000 inwoners, terwijl in 17 andere districten de dichtheid boven de 700 auto's per 1.000 inwoners ligt. Het verschil met de laagste autodichtheid is vooral groot in Wenen-Margareten, waar er slechts 258 auto's per 1.000 inwoners zijn. Daarentegen heeft de wijk Waldviertel in Waidhofen an der Thaya de hoogste dichtheid met 775 auto's per 1.000 inwoners. De algemene autodichtheid in Wenen bedraagt 363, terwijl Burgenland met 692 auto's per 1.000 inwoners ruim boven het Weense gemiddelde ligt, aldus de VCÖ in een rapport.
Verschillen in gemeenschappen
Uit de analyse blijkt dat de autodichtheid ook binnen Oostenrijk sterk varieert. Er zijn momenteel ongeveer 5,15 miljoen auto's in Oostenrijk, wat overeenkomt met ongeveer 570 auto's per 1.000 inwoners. Wat interessant is, is dat er buiten Wenen slechts 16 plaatsen zijn met meer dan twee keer zoveel inwoners als auto's. Kittsee, Wolfsthal en Hainburg laten bijvoorbeeld een lage autodichtheid zien van 406, 426 en 456 auto's per 1.000 inwoners. Daarentegen zijn er enkele kleine gemeenschappen zoals Unterperfuss en Jungholz die een hoge dichtheid hebben, meldt VCÖ in een verder analyse.
Maar er zijn grote verschillen, niet alleen in dichtheid, maar ook in jaarlijkse mobiliteitskosten. Huishoudens met twee of meer auto's geven jaarlijks gemiddeld 10.500 euro uit aan mobiliteit, terwijl huishoudens met één auto slechts zo'n 4.200 euro uitgeven en autoloze huishoudens slechts 1.550 euro. Dit maakt duidelijk dat het financieel vaak loont om zonder auto te rijden.
Oorzaken voor de verschillen
De redenen voor de groeiende kloof in autobezit zijn gevarieerd. VCÖ-expert Michael Schwendinger noemt stadsuitbreiding, de achteruitgang van lokale voorzieningen en de uitbreiding van de wegeninfrastructuur als de belangrijkste factoren. Bovendien geeft een inkrimping van het spoorwegnet hoop op een trendomslag in veel regio’s, legt Schwendinger uit. Volgens de VCÖ zijn verkeersbesparende ruimtelijke ordening, versterking van stadscentra en betere mogelijkheden voor openbare mobiliteit dringend nodig.
De daling van de autodichtheid werd vorig jaar in veel districten geregistreerd, waaronder Hallein, Feldkirch, Graz en 16 districten van Wenen. Dit zou een eerste indicatie kunnen zijn dat het mobiliteitsgedrag van mensen steeds meer verandert.
Wat kan er gedaan worden?
De VCÖ beveelt een reeks maatregelen aan om het aantal auto's terug te dringen en de verkeerssituatie te verbeteren. Deze omvatten de uitbreiding van de fietsinfrastructuur en het toegenomen autodelen. Het is immers niet alleen belangrijk hoeveel auto’s we rijden, maar ook hoe we ons in onze omgeving kunnen verplaatsen. Gezien de laatste cijfers en ontwikkelingen is het duidelijk dat beleidsmakers moeten voldoen aan de mobiliteitsbehoeften van een veranderende samenleving en tegelijkertijd het milieu moeten beschermen.
De statistieken over het aantal voertuigen in Oostenrijk zijn regelmatig beschikbaar en laten ons de structuur en ontwikkeling van voertuigregistraties zien. De Statistik Austria biedt waardevolle gegevens over het motoriseringspercentage, die als basis kunnen dienen voor toekomstige planning en initiatieven. Deze en vele andere factoren zullen de sleutel zijn tot het verder optimaliseren van het mobiliteitsgedrag in Oostenrijk.